Dromen over Frankrijk

Pasen

Als eerste zie ik speenkruid bloeien, geel en laag bij de grond. Dan ontdek ik maagdenpalm, heel voorzichtig en kwetsbaar tussen het hoge gas. Daarna volgen in golven de paardenbloemen, pinksterbloemen en de madeliefjes. Tegelijkertijd met de bloesems in de appelbomen komt het koolzaad op dat als een geel deken in de boomgaard ligt. Fluitekruid, hondsdraf en dovenetel. De natuur ontvouwt haar schoonheid.   

Pasen. Terwijl de bommen ontploffen in Sri Lanka, zingen we dat het Leven de dood overwon, zoeken de kinderen paaseieren. In het konijnenhok, in de zandbak, in de bloempot. Het gouden ei is goed verstopt. Juliette vindt het ei in de wilg en knabbelt het direct op. We halen de kano weer van stal en peddelen op de rivier. We gebruiken voor het eerst de buitenkeuken. De kinderen rennen rond. Ik kijk naar de kuiltjes in de mollige armen van Berend. Naar de ogen van Juliette, zo blauw als de lucht. Het is lastig genieten van klein geluk wanneer haat om zich heen slaat.

Het Paasfeest geeft mij het vertrouwen dat het uiteindelijk goed komt. Dat het goede, liefde, schoonheid overwint. zegt Herman Finkers in Adieu God. De boterbloemen bloeien bijna. De knoppen zijn nog dicht. Maar als je goed kijkt zie je een glimp van wat er gaat komen: een veld van zacht-gouden bloemen.

Share and Enjoy !

0Shares
0 0