Tien lessen van tiny living
Tien geleerde lessen uit de 3,5 jaar dat we nu in ons Tiny House wonen.
Tien geleerde lessen uit de 3,5 jaar dat we nu in ons Tiny House wonen.
Precies een jaar geleden kwam ons huis met een hoge boog door de lucht op de huidige plek terecht. We waren ongelooflijk blij. De twee vorige verplaatsingen waren zenuwslopend vervelend verlopen.
We zitten hier wel goed. De robinia’s houden de wacht. Het bos rondom kleurt rood en geel. Het is er fijn wandelen. Een wesp vliegt
Voor we het vergeten: we staan in het gloednieuwe boek Tiny Houses Living!
Een vriend van Gijsbert is onverwacht overleden. Ik zag hem niet vaak, maar op belangrijke momenten was hij er, met zijn vriendin, zoals op de kraamfeesten van de kinderen.
De zomer is lang gebleven. Maar nu tikt de regen op het dak. De ruimte vult zich met de geur van stoofperen en kaneel.
De bomen strooien met roestrode en mosterdgele bladeren alsof het confetti is, als voorbode van de herfst in aantocht. Het knerpt en knispert onder mijn wandelschoenen.
De dag wil maar niet goed op gang komen. Het is drukkend warm. Berend raakt uit zijn hum omdat noch de kip, noch de vlieg door hem geaaid wil worden.
Op de dag dat ik werd geïnterviewd door Linda Online, over wonen in een Tiny House met kinderen, verscheen een column van Emma Curvers op De Volkskrant over dit onderwerp.
Ik denk terug aan drie jaar eerder. In de eerste week van juni 2017, verhuisden we, na een jaar bouwen in ieder vrij uurtje, vanuit een appartementje in Zeist naar ons Tiny House.