De tijd staat stil
Sneeuw heeft plaatsgemaakt voor regen dat vanuit de hemel geruststellend op het dak tikt. Januari loopt alweer ten einde. Paolo Cognetti schrijft in het boek De Buitenjongen dat de tijd in staat lijkt te zijn om uit te dijen en in te krimpen, waardoor een jaar voorbij vliegt en een slapeloze nacht eindeloos duurt.
De tijd stond stil toen het bericht binnenkwam dat één van de meest zachtaardige, grappige, bescheiden-briljante mensen die ik ooit heb ontmoet, is overleden aan de gevolgen van depressie. Ik geloof dat iedereen die in het leven (even) met hem optrok, van hem is gaan houden. Wat zal hij gemist worden door zijn familie en goede vrienden.
Een tijd geleden, het contact was sinds een paar jaar verwaterd, kwamen we elkaar toevallig tegen op straat. Ik nodigde hem uit voor het eten en het was weer als vanouds. We spraken tot laat in de avond over het leven, de dood en tot slot over de sterren. Hij verdiepte zich in astrologie en al kon ik het maar moeilijk volgen, ik zag vuur in zijn ogen.
We studeerden nog toen we elkaar leerden kennen binnen een bijzondere groep mensen met wie we een vergelijkbare bevindelijke achtergrond deelden. Uitroeptekens waren vraagtekens geworden en we zochten naar antwoorden. Met oprechte interesse kon hij mensen bevragen op ideeën, geloof en keuzes zonder er een oordeel over uit te spreken. Een getalenteerde schrijver en een vrije denker. Hij duwde nooit een ander naar beneden om zelf groter te lijken. Je voelde je in zijn bijzijn helemaal op je gemak.
Soms speelden we schaak in zijn minuscule studentenkamer en hij glimlachte geduldig als ik veel te lang over een zet nadacht. Ik herinner me hoe hij een keer ‘s avonds, ergens buiten in de donkere stad, allerlei manieren van voortbewegen benoemde en ze onderwijl overtuigend demonstreerde: scharrelen, schuifelen, struinen, slenteren, paraderen, sloffen, banjeren, ijsberen, kuieren, marcheren, schrijden, stiefelen. Grijnzend verzon hij de slogan ‘Bunkeren voor kinderen die naar eten hunkeren’ voor de BBQ die ik, in mijn fase als wereldredder, wilde organiseren met de opbrengst voor arme kinderen in India. De herinneringen stromen binnen.
Ik weet niet hoe een depressie voelt. Misschien dat ik er daarom vanuit ging dat hij het wel zou redden: hij zag zoveel schoonheid en humor in het leven. Al dacht ik laatst wel, ik moet hem weer eens vragen hoe het écht gaat. Maar dat heb ik niet gedaan.
„Waarom huil je?” vraagt Juliette, ze kamt het fluoriserend roze haar van My Little Pony. „Ik ben verdrietig omdat er een lief iemand dood is gegaan”. „Een meneer of een mevrouw?” vraagt ze. „Een meneer”, zeg ik. „Je hoeft niet te huilen mamma. Hij is in de hemel, bij de sterren.”