Ladder
Berend, die eruit zag als een miniatuurversie van een oudvader uit de 17e eeuw omdat hij een hysterisch drama maakt van het naar de kapper gaan en ik met gevaar voor zijn en mijn leven zijn haar nu en dan knip, kreeg een ladder op zijn kop. Geen grote ladder gelukkig, maar toch goed voor een stevige bult. Het bloedde behoorlijk. Waar ik bij andere gewonde mensen rustig en systematisch de handelingen verricht die mij tijdens EHBO-lessen geleerd zijn, raak ik in de stress wanneer het mijn kind betreft. Twee buurvrouwen kwamen diagnose stellen. Het bleek mee te vallen, een klein sneetje. Hij at een stuk brood, sprak de buurvrouwen vriendelijk toe en zag er nog even blozend uit.
Juliette had zich timide teruggetrokken. In mijn schrik was ik tegen haar uitgevaren toen ze de ladder omstootte, terwijl ik dat ding op een stomme plek had neergezet. De momenten waarop ik de moeder in mij behoorlijk waardeloos vind. Diezelfde dag kreeg ik de fotos van Annemarie van No Cheese Please. Laat in de zomer was ze bij ons langs geweest voor een fotoreportage Day in the Life. Ik houd veel af, zoveel mensen willen iets van ons. Maar met haar voelde ik een klik. Het was een heel ontspannen middag, de kinderen voelden zich op hun gemak bij Annemarie. Dat is te zien op de fotos. Ze zijn prachtig.
Het voelde wat ongemakkelijk. Het zien van deze idyllische beelden terwijl het leven vaak genoeg chaos is en tekort schieten. Toen bedacht ik mij: het leven hier is óók bijzonder mooi. We hebben gebikkeld om zo te kunnen leven, in een zelfgebouwd, deels zelfvoorzienend klein huisje met groen om ons heen. En in de toekomst zal er vast wel weer gebikkeld gaan worden om zo te blijven wonen. Maar dit kan niemand ons ontnemen: hoe de kinderen appels plukken in de boomgaard en door het hoge gras rennen met de wind in hun haar.
Foto No Cheese Please