Naar omstandigheden goed
Toen de natuur ontwaakte, brak de coronacrisis uit. Alle landen op aarde tegen een gemeenschappelijke, onzichtbare, grillige vijand. De frontlinie bevindt zich ditmaal in ziekenhuizen.
In Kleinhuizen is het vredig, alsof de wereld niet veranderd is. De narcissen bloeien in vrolijke bossen, de kippen scharrelen rond en buren tuinieren rond de huizen. De nachten zijn helder, al een paar keer heb ik ‘s avond buiten naar de sterrenhemel gekeken, naar de maansikkel hoog boven de kleine, verlichte huisjes. We vierden Juliettes verjaardag op afstand. Videobellen met neefjes, nichtjes, opa en oma’s. Per post gestuurde cadeautjes uitpakken voor de webcam. Enkele buren kwamen langs op 1,5 m afstand. Het werd zo tóch een leuke dag met veel zon, taart en marshmallows boven het vuur.
Het viel me op hoe kalm Juul het bericht vernam dat ook haar kinderfeestje was afgelast, waar ze zo kort geleden nog opgetogen de uitnodigingen voor had rondgedeeld.

Dat alles anders was, drong concreet tot mij door toen ik vorige week woensdag naar de markt ging. Ik was sinds ik die vrijdag Juliette uit school haalde, preventief thuis geweest. Een woensdag eerder had ik nog gekletst met de groenteboer. Over de ananassnijder die hij had aangeschaft, hij hoopte daarmee flink wat meer ananas te verkopen. Ik was opgelucht dat de vertrouwde markt open was. Maar de groenteboer was nerveus, er was geen tijd voor een praatje. Hij had zoveel meer klanten dan normaal maar hij leek er niet blij mee te zijn. In winkels zijn de vloeren met tape afgeplakt om ons te helpen met afstand houden. We mogen niet meer samenkomen. Paus Fransiscus spreekt de urbi-et-orbi-zegen op een totaal verlaten Sint-Pietersplein. De mensen zijn op hun hoede, bang voor de onbekende ander. Spanning hangt in de lucht.
De scholen zijn dicht. We hebben het geluk dat er sinds januari een ander gezin in Kleinhuizen woont waarvan de dochter bij Juliette in de klas zit.
De opvang van de kinderen hebben we verdeeld. Om beurten verzorgen we een ‘lesochtend’: een leuke activiteit zoals een robot maken van afvalmateriaal, muziek maken, bloemzaadbommen rollen, slijm kokkerellen. Spelenderwijs oefenen we met letters en cijfers. In de middag razen ze uit in de speeltuin of op het voetbalveld (jazeker, die hebben we hier) De kinderen vermaken zich goed, het is fijn dat ze elkaar hebben. Er is hier ook voor de volwassen mens genoeg te doen: het terrein opruimen, een schuurtje bouwen, tuinieren.
Vandaag zag ik de eerste citroenvlinder fladderen: net zo kwetsbaar als wij zijn. Ineens is daar het vertrouwen weer: dat het uiteindelijk allemaal goed komt.
