Dromen over Frankrijk

Het Franse leven

Vannacht sliepen we onrustig. De wind klapperde, tikte, rammelde langs, boven en onder het huis. Deze eerst storm van het nieuwe seizoen, had ik niet in voorspellingen gelezen. Elders in het land trokken er zelfs tornado’s over, hoorde ik op het nieuws.

Het is lang geleden dat ik heb geschreven, bij de aanvang van de lente voor het laatst. De dagen worden donkerder, en dan bedoel ik niet alleen de komst van de winter. Al zijn we, vooralsnog, van vele strikte maatregelen tegen het coronavirus verlost, er zijn QR-codes gekomen en gezondheidsverklaringen. Politici, activisten en dominees preken over het einde van de wereld zoals we die kennen. Zondebokken worden aangewezen, er wordt niet geluisterd, er wordt bewust niet begrepen. Narcisme, angst, vijandigheid en woede groeien. Misplaats slachtofferschap, echte slachtoffers die vergeten worden. De religie van ‘Het Dikke Ik’ lijkt massaal te zijn omarmd, al is het soms in een poeslieve jas. Wat is waar en wat is goed? Ik weet het niet meer. Meer dan het coronavirus, vrees ik de polarisatie.

Toch was de zomer fijn, zoals ik hoopte in mijn vorige blog. We hebben verjaardagen gevierd in de zon, eindelijk weer met alle mensen die ons lief zijn, met kampvuurtjes en marshmallows. We zijn met camper Daffie naar Frankrijk gereden. Daffie ging in de derde week stuk. De laatste dagen brachten we, met dank aan vervangend vervoer van de ANWB, door in Catignuerges. Het dorpje waar Gijsbert jaren woonde, waar we elkaar hebben ontmoet en waar ik ten huwelijk ben gevraagd op een kleedje aan de rivier de Cesse die onderlangs het bergdorpje stroomt. Het was er nog steeds fijn en gastvrij en de omgeving onverminderd mooi met de platanen, olijven, cipressen en eindeloze wijngaarden. Het was bijzonder om deze ons zo dierbare omgeving aan de kinderen te laten zien. We hebben emigreren weer overwogen en herinneringen gemaakt waar we lang op kunnen teren.

De schrale grond voor ons huisje waaruit ik vorig jaar een enorm plastic net trok, bedoelt om begroeiing tegen te gaan, heb ik afgelopen winter gevoed met bladeren, takken, koffiedik en eierschillen. Toch bloeien de dahlia’s nog wat aarzelend, maar al meer dan vorig jaar. Zonnebloemen bloeien uitbundig, de frambozen, de Oost Indische Kers en ook mijn lievelingsbloemen, cosmea, willen nog niet van wijken weten.

We maken klusplannen voor ons huis: een nieuwe vloer, nieuw schilder- en timmerwerk aan de buitenkant. En eindelijk gordijnen om cocoonen naar een hoger plan te tillen. Soms mijmeren we over een Tiny House 2.0 maar toch steeds weer de conclusie: we houden van dit huis. Ik voel me er fijn en veilig en ik geloof de kinderen ook. We hopen er nog lang in te kunnen wonen. Waar dan ook.

Verder vooral mooie muziek luisteren, goede boeken lezen, in het bos lopen dat zich zo prachtig tooit in herfstkleuren, mooie films kijken, tijd doorbrengen met familie en vrienden en met aandacht de kinderen zien opgroeien (Ze worden al zo slim en groot). Een wijntje op zijn tijd. Het Franse leven tegen de waanzin van de wereld.

Share and Enjoy !

0Shares
0 0