Dromen over Frankrijk

Van klein naar groot

Buiten blaat een schaap, peren ploffen in het gras uit de knokige boom waarin soms een uiltje zit. De wind waait vanaf het weiland door de kier onder het hoge, oude schuifraam. Eindelijk is het afgekoeld, al lijkt de warmte zich in de muren te hebben genesteld.

”Ik krijg wel moeie benen van dit huis” verzucht Berend. Die hoge trap naar zijn kamer steeds op en af, dat was in het Tiny House wel anders. Juliette, overdag opgetogen om haar enorme grote slaapkamer, vrolijk op en neer hollend, vindt het ‘s avonds spannend. Zo ver van mij en Gijsbert. Wij slapen beneden, in de kamer die grenst aan de woonkamer en vanwaar je ook weer naar de groene-bruine jaren 70-keuken en de grote badkamer kunt. We raakten er de eerste week soms zelfs een beetje gedesoriënteerd van. ”Waar is de woonkamer ook al weer?” vroeg Juliette een keer toen ik haar zei dat daar iets lag dat ze zocht.

Maar wat overheerst: de diepe dankbaarheid dat we in dit vriendelijke oude huis een tijdje mogen wonen. Het huis in Andel dat als een wonder op ons pad kwam. Of, nouja, met dank aan een buurvrouw die met de eigenaren aan de praat raakte. Maar toch: dat het huis vrijkwam, precies toen wij het nodig hadden. Verschrikkelijk hard nodig hadden.

De laatste dagen in Kleinhuizen

In januari dit jaar kregen wij via de media te horen dat er een AZC op Kamp van Zeist zou komen. Exact op dezelfde plek als waar enkele jaren eerder het AZC was afgebroken. Kapitaalvernietiging en gebrek aan visie in het kwadraat. Niet snel daarna besloot men ons als Tiny House-bewoners ook op de hoogte te stellen: dat wij per juli 2022 weg moesten wezen.

De maanden die daarop volgden waren stressvol: binnen enkele maanden en midden in een wooncrisis een nieuwe woonplek vinden. Maar waar? In (omgeving) Soesterberg, zodat de kinderen op dezelfde school konden blijven, in afwachting van de start van het nieuwe Tiny House project in Altena? Of de gok wagen en toch alvast richting gemeente Altena? Want ondertussen waren we met de groep van Tiny Altena ook bezig met het indienen van een omgevingsvergunning voor 12 Tiny Houses in deze gemeente.

Naast ons verrezen binnen twee weken festivaltenten en hoge palen met bewakingscamera’s en blauw licht. De nood was zo hoog, dat men niet kon wachten op de bouw van het AZC. Toen kwamen de bussen. Wat mij zal bijblijven zijn de vele gele Hallo Jumbo-tassen met de blije smiley. Maar er viel niets te lachen. De eigenaren waren statushouders en asielzoekers. Dit was hun tijdelijke woonplek: stapelbedden, dunne wanden, een gordijn als deur. Voor een half jaar, waarschijnlijk langer.

Het leven ging door: school, verjaardagen, afspraken, koningsspelen, avondvierdaagse, een winters familieweekend in de Ardennen, kamperen met camper Daffie. De kinderen van de noodopvang kwamen steeds vaker bij ons op het terrein spelen. Onze kinderen werden uitgenodigd toen de CliniClowns optraden in de noodopvang. Vrienden kwamen logeren voor een laatste avondje kampvuur. Berend vierde een vervroegd verjaardagsfeestje. Het was niet alleen kommer en kwel, gelukkig.

‘Wil je wel terug naar een Tiny House?’

Juli kwam steeds dichterbij. Oproepjes op social media, gesprekken met campingeigenaars: het liep op niets uit. En toen, bijna te mooi om waar te zijn, was op het laatste nippertje daar de oplossing. We tekenden een huurcontract. We regelden meubels via familie en marktplaats. Na een intense verhuisperiode, waarin Gijsbert nog even zijn enkel verstuikte, komen we op adem en tot rust in dit lieve, oude, grote huis tussen de kassen en weiden met schapen.

Al de hele lange, hete zomer genieten we van de strandjes aan de afgedamde Maas, kanovaren in de Biesbosch, van het zwembad op loopafstand (!), van fietstochtjes en van het huis:

Ik geniet van de ruime keuken en badkamer;

Dat er meer dan genoeg ruimte is om stofzuiger, droogrek, kampeerspullen, buitenspeelgoed en fietsen op te bergen.

Ik geniet van het weidse uitzicht achter het huis;

Ik geniet van de vaatwasser;

Ik geniet hoe de kinderen al hun lego uitstallen in hun kamer;

Van de grote kledingkasten voor de kinderen. Want dat werd écht veels te klein in het Tiny House;

Maar wat ik mis:
Ik mis het altijd weten wanneer het regent, hoe zacht ook, je het hoort tikken op het dak;

Ik mis de reuring van aanloop, het ouwehoeren, spontaan samen eten, een kampvuur. Hoe er altijd wel iets geks gebeurt: van overtrekkende bijenvolkeren (Kleinhuizen Zeist) en losgebroken paarden (Kleinhuizen Nieuwegein) tot het organiseren van een heus muziekfestival (Nieuwegein);

De avontuurlijke buitenruimte, waar de kinderen uren struinen;

Ik mis de compactheid van het tiny house: alles binnen handbereik, spullen die niet verloren raken in grote kasten en kamers;

Hoe we tijdens een hittegolf ‘s avonds de ramen open gooiden en een zachte bries de warmte en de muggen meenam naar buiten;

Ik mis hoe de binnenruimte via openslaande deuren bijna naadloos overgaat in de buitenruimte waardoor ik écht veel meer buiten leef;

De lage woonlasten :p

en de hei in bloei.

Hoe blij we ook zijn dat we tijdelijk in dit fijne huis mogen wonen, ik weet weer waarom Tiny Living zo bij ons past. We hebben dan ook ongelooflijk veel zin om verder te trekken met Tiny Altena, in het bouwen van onze Tiny House 2.0.

Soms voelt het wat ontheemd. Maar sinds in Zeist de vluchtelingen naast ons kwamen wonen, weet ik dat we niets te klagen hebben. Misschien hebben we (nog) geen stabiele woonplek: we hebben wel elkaar, een prachtige nieuwe omgeving om te ontdekken, leuk werk, fijne school, een netwerk van familie, vrienden en (bijna)buren om ons heen. En, zoals Gijsbert graag roept: geen saai leven.


Share and Enjoy !

0Shares
0 0