Gezocht voor ons en ons Tiny House: een plek om te blijven (10 jaar ofzo ;))
We zitten hier wel goed. De robinia’s houden de wacht. Het bos rondom kleurt rood en geel. Het is er fijn wandelen. Een wesp vliegt
We zitten hier wel goed. De robinia’s houden de wacht. Het bos rondom kleurt rood en geel. Het is er fijn wandelen. Een wesp vliegt
Voor we het vergeten: we staan in het gloednieuwe boek Tiny Houses Living!
Een vriend van Gijsbert is onverwacht overleden. Ik zag hem niet vaak, maar op belangrijke momenten was hij er, met zijn vriendin, zoals op de kraamfeesten van de kinderen.
De zomer is lang gebleven. Maar nu tikt de regen op het dak. De ruimte vult zich met de geur van stoofperen en kaneel.
De bomen strooien met roestrode en mosterdgele bladeren alsof het confetti is, als voorbode van de herfst in aantocht. Het knerpt en knispert onder mijn wandelschoenen.
De dag wil maar niet goed op gang komen. Het is drukkend warm. Berend raakt uit zijn hum omdat noch de kip, noch de vlieg door hem geaaid wil worden.
Op de dag dat ik werd geïnterviewd door Linda Online, over wonen in een Tiny House met kinderen, verscheen een column van Emma Curvers op De Volkskrant over dit onderwerp.
Ik denk terug aan drie jaar eerder. In de eerste week van juni 2017, verhuisden we, na een jaar bouwen in ieder vrij uurtje, vanuit een appartementje in Zeist naar ons Tiny House.
Dat we ons op een scharnierpunt in de geschiedenis bevinden, zoals Geert Mak dat zo mooi verwoordt in zijn boek In Europa, realiseerde ik me pas echt toen ik keek naar de nationale dodenherdenking op een lege Dam.
Zou het toeval zijn dat, sinds de crisis, planeet Venus fel gloeit aan de heldere hemel. Ze kiert precies tussen de twee robinia’s voor ons huis door.